Artikel 9 november 2021

Gaat het onderwijs toe naar een hybride leeromgeving?

Interview met Paul Kirschner, Gino Camp, Meester Sander en Dieter Möckelmann

De inzet van digitale middelen maakt een hybride leeromgeving mogelijk. Leerlingen krijgen les op een mix van locaties: op school, thuis of op de stage- of werkplek. Tijdens de coronalockdown deden leraren en leerlingen noodgedwongen veel ervaring op met afstandsonderwijs. Gaat het basis- en voortgezet onderwijs er door deze online ervaringen blijvend anders uitzien? We vroegen het vier experts die hierover op de NOT 2021, ieder met een eigen invalshoek, presentaties verzorgen.

‘Aan de ene kant zagen we dat veel leraren hun koudwatervrees voor de inzet van digitale middelen overwonnen en hun uiterste best deden voor leerlingen om hen goed online noodonderwijs te bieden. Aan de andere kant hebben we allemaal ook de beperkingen van het afstandsonderwijs aan den lijve kunnen ondervinden’, constateert emeritus-hoogleraar onderwijspsychologie Paul A. Kirschner. ‘Neem het gemis aan persoonlijk contact tussen leraar en leerling en tussen leerlingen onderling, maar denk ook aan de schrijnende situatie van leerlingen die ‘zoek’ raakten tijdens de lockdown.’
Kirschner ziet online onderwijs als extra gereedschap voor de leraar, niet meer en niet minder dan dat. ‘Ik hoop vooral dat de afgelopen periode ons allemaal heeft doordrongen van de noodzaak om onderwijs didactisch goed in te richten, vooral als het op afstand plaatsvindt, maar ook ín de klas. Het gaat erom dat leerlingen optimaal profijt van onderwijs kunnen hebben.’

Sturing
Tijdens zijn NOT-presentatie geeft Kirschner tips voor afstandsonderwijs. ‘Dit type onderwijs vergt veel sturing om leerlingen bij de les te houden. Bij onderwerpen als de introductie van de leerdoelen, het verkrijgen van een overview, het uitleggen van kernbegrippen, oefenen, het inzetten van zelftoetsen en het geven van terugkoppeling kun je verschillende didactische technieken inzetten. Maar welke techniek je ook toepast, de leraar blijft altijd van cruciale betekenis voor de kwaliteit van het onderwijs.’

 

Onderwijsdoelen leidend
‘Laat je niet gek maken door alle technologische mogelijkheden, maar laat je leiden door je onderwijsdoelen’, vat Gino Camp de hoofdboodschap van zijn NOT-presentatie samen. Camp is cognitief psycholoog en universitair hoofddocent aan de Open Universiteit. Hij doet onderzoek naar wat er precies gebeurt in het geheugen wanneer je leert en hoe je daar met je didactiek zo goed mogelijk bij aansluit.
‘Natuurlijk kun je de online-ervaringen uit de lockdown helemaal loslaten. We snakten immers weer naar onderwijs ín de klas. Toch zou dat jammer zijn, omdat online elementen het leerproces kunnen verrijken’, zegt Camp. ‘Maar’, waarschuwt hij, ‘hoe goed of slecht online en hybride onderwijs werkt, hangt heel erg af van de kwaliteit van de didactische vormgeving, met andere woorden, hóe zet je het in? Terugkijkend zie je dat leraren bij aanvang van de lockdown heel erg gericht waren op de tools. Wat is beschikbaar, hoe werkt het en wat kan er allemaal mee? We waren veel minder gefocust op wat het effect is van het gebruik van een tool op het leerproces. Als leraar heb je met elke les een bepaald doel. Vervolgens bepaal je welke didactische bouwstenen je wilt inzetten om dat doel te bereiken’, legt Camp uit. ‘Die bouwstenen kun je vertalen naar zowel online als offline onderwijs. Het gaat dus didactisch gezien niet zozeer over online versus offline, maar over effectief versus niet effectief.’

 

Digitale geletterdheid
Sander Gordijn, alias Meester Sander, heeft zich gespecialiseerd in het gebruik van digitale middelen in de onderbouw van de basisschool. Meester Sander staat voor groepen leerlingen en geeft workshops aan leraren op scholen én op de NOT. Op veel scholen waar hij komt, is het nog gewoon hetzelfde als voor de lockdownperiode, merkt Gordijn. ‘Collega’s zijn doorgegaan waar ze gebleven waren. Leraren gebruiken bepaalde tools, maar veel kennen ze ook niet.’ De inzet van digitale middelen was al ver voor corona ingezet en gaat geleidelijk. ‘Prima’, vindt Gordijn.
‘Op de basisschool gaan we leerlingen geen afstandsonderwijs geven, als dat niet nodig is.’ Wel is Gordijn groot voorstander van onderwijs in digitale geletterdheid. ‘Dat, gecombineerd met het op het juiste moment inzetten van digitale middelen, heeft meerwaarde en is een verrijking voor de leerlingen’, stelt hij. ‘Een voordeel is ook dat veel van deze digitale middelen thuis in te zetten zijn. Dat is zeker interessant voor met name de midden- en bovenbouw van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Neem alleen al de flinke toename van het aantal instructiefilmpjes. Ik denk dat leraren en leerlingen daar massaal gebruik van blijven maken’, lacht Gordijn.

 

Juiste balans
Wat is er nodig voor een flexibele, hybride leeromgeving? Die prikkelende vraag wil Dieter Möckelmann zijn publiek voorleggen tijdens zijn presentatie op de NOT. De onderwijsondernemer ziet de recente ervaringen met afstandsonderwijs als vliegwiel voor een herinrichting van het leerproces. ‘In feite gingen veel leraren online verder met waar ze in de klas gebleven waren. Dat is niet het afstandsonderwijs, zoals het vanuit didactisch oogpunt bedoeld is. De infrastructuur’, benadrukt hij, ‘zorgt maar ten dele voor een professionele inzet van ict in het onderwijs. Het is zoals Kennisnet in de Vier in balans-monitor altijd bepleit: een balans van de bouwstenen visie, deskundigheid, inhoud en toepassing en infrastructuur. Als in jouw lessen het afstandsonderwijs de afgelopen maanden geslaagd is, dan mag je van geluk spreken, óf dan had je de juiste balans te pakken.’
In aanvulling op de uitspraak van Kirschner over leerlingen die van de radar waren, constateert Möckelmann dat ook sommige leraren ‘niet thuis’ gaven toen het om afstandsonderwijs ging. ‘Voor het inzetten van tools en andere technische toepassingen en online content moet je ‘digitaal fit’ zijn’, legt hij uit. Als digitaal fitte leraar gebruik je technologie met elan en flair en vind je het geenszins eng.’

 

Facetimen met Freek Vonk
Möckelmann voorziet dat scholen toe zullen groeien naar een flexibel, hybride leerarrangement. ‘Leerlingen krijgen bijvoorbeeld online algemene instructies, al dan niet van tevoren opgenomen. Vervolgens kan de leraar op afstand of in de klas leerlingen in kleinere groepen en één op één opdrachten geven en begeleiden. Denk eens aan de mogelijkheden die er zijn! Experts op allerlei gebieden kunnen online in contact worden gebracht met leerlingen. Ze worden onderdeel van het onderwijs. Facetimen met archeologen in Egypte of met Freek Vonk, die op expeditie is in Latijns-Amerika. Geweldig toch!’ Een gevaar ligt op de loer. Het altijd beschikbaar lijken te zijn, betekent niet dat het ook altijd moet. Een open, flexibele en hybride leeromgeving vraagt om spelregels die je met drie spelers aan tafel moet delen: de leerling, de leraar en de ouder.’

Tekst: Brigitte Bloem

Langere interviews met deze vier sprekers zijn te lezen in het NOT-Ezine.

 

Presentaties op de NOT: 

Tien tips voor noodafstandsonderwijs, door Paul Kirschner
Hal 1, Studielokaal 1
1 december 12.30 uur, 15.30 uur en 18.30 uur

Bouwstenen voor effectieve online didactiek, door Gino Camp
Hal 3, Studielokaal 2
30 november 11.30 uur en 14.30 uur

Met deze tools maak je van elke (online) les een succes, door Sander Gordijn
Hal 3, Studielokaal 2
1 december 14.30 uur, 17.30 uur
3 december 14.30 uur
4 december 11.30 uur

De toekomst van digitalisering in het VO, door Dieter Möckelmann
Hal 1, Studielokaal 1
2 december 12.30 uur, 15.30 uur
4 december 12.30 uur, 15.30 uur